Wij gaan op bezoek bij Jan Vroege, hij neemt ons mee naar de geschiedenis van de Oudshoornsekerk.
Wij komen hier bij het boek Kerk Interieurs in Nederland, dat gaat over de 100 mooiste kerkelijke interieurs. De Oudshornsekerk hoort erbij, prominent, met een prachtige foto en met een goed verhaal hoe dat begonnen is bij deze kerk. In feite een dorpskerkje want 350 jaar geleden ruim toen de kerk gebouwd werd, was het dorpje Oudshoorn 800 zielen groot. Wij hebben een prachtige kerk. Overal zie je jaartallen staan, 1666, 1667, in vijf jaar tijd zijn al deze glazen in de openingen gezet. De bouwheer van deze kerk, de ambachtsheer van Oudshoorn en de Gnephoek, dat hoorde toen ook bij Oudshoorn, was tevens burgermeester van Amsterdam. De benoeming was maar voor 1 jaar maar burgermeesters konden wel herbenoemd worden. De belangrijkste zijn tot wel 10 keer herbenoemd. Zo ook Cornelis de Vlaming van Oudshoorn, de bouwheer van deze kerk.
De aankleding van die kerk wilde hij graag met gebrandschilderde glazen maar dat was nogal kostbaar en zijn vermogen was een stuk geslonken na de bouw van de kerk. Hij zocht dus, in hedendaagse termen sponsors. De glasschilder die hij in de armen nam, de beroemde Pieter Janszen uit Amsterdam zei dat daar wel een oplossing voor is. Neem de familiewapens van die mensen, dan zijn ze wel bereid om te sponseren, om glas te schenken. In het raam van de burgermeesters van de stad Amsterdam zien wij dat prachtig terug omdat daar 4 zittende burgermeesters opstaan, maar ook 12 oud burgermeesters. Wat opvalt dat is dat een aantal van die wapens hetzelfde zijn, dat is dan familie van elkaar. In Amsterdam was het wel zo dat families met elkaar trouwden om te zorgen dat de macht en het geld binnen de eigen kring bleef. Als je dus trouwde met iemand uit die belangrijke kring werd je ook opgenomen in de maatschap en kon je ook in aanmerking komen voor hogere functies.
Door die ontwikkelingen kon Nederland zich in de wereld verder ontwikkelen en wij weten bijvoorbeeld dat Tsaar Peter uit Rusland hier naar toe kwam. Hij wilde weten hoe die duivelse Nederlanders dat deden; het droogleggen van polders, en het bouwen van schepen.
Het belangrijkste raam in deze kerk zit boven de preekstoel. Alle kerkgangers keken naar de preekstoel dus ook het raam erboven. Dat raam is dan van de Staten van Holland, het belangrijkste orgaan in Nederland in de 17e eeuw. Aan de andere kant zien wij het wapen van het Hoogheemraadschap Rijnland, dat was voor Nederland ook een buitengewoon belangrijke organisatie. Daar zaten overigens ook al die burgermeesters in waar wij het over hebben gehad om te zorgen dat wij droog bleven hier.
Bij het wapen van de stad Amsterdam zien we op elk paneel telkens twee wapens. Dat zijn zogenaamde alliantie wapens, dat wil zeggen man en vrouw, links is altijd de man, dat is een schild en rechts is de vrouw, dat is een ovaal. Wij hebben dat van Cornelia Hooft laten zien, die mooie plaquette. Daar zit natuurlijk ook een verhaal aan vast. In de Franse tijd moest dat allemaal verdwijnen, ook de rouw borden die hier hingen. Een is er teruggekomen, een is van latere tijd dus wij hebben twee in de kerk. De plaat van Cornelia is teruggevonden als stoeptegel, op zijn kop, bij een boerderij.
Er is in deze kerk begraven tot 1828 en toen werd het in Nederland verboden want langzamerhand werd het onwelriekend. Bijzonder is ook dat er in deze kerk ook een grafkelder aanwezig is. Cornelis de Vlaming heeft, als een soort farao geen Pyramide gemaakt maar een mooie grafkelder. Daar zijn 22 mensen in de loop der eeuwen bijgezet, allemaal familieleden van de familie de Vlaming van Oudshoorn.
Wij hebben ons afgevraagd hoe ging dat bijzetten? Wij hebben, na de restauratie ontdekt, dat een klein muurtje achter de trap los stond. Nadat een gat was gegraven kon dat muurtje worden platgelegd en kon de kist via een soort hellingbaan zo de kelder ingeschoven worden. Af en toe is men er wel in geweest en dat blijkt uit de opschriften, de belangrijkste zitten aan de andere kant van de muur. In 1901 zijn daar, je kunt het haast “graffiti a la lettre” noemen, de namen aangebracht van alle belangrijke mensen in de kerk en omgeving van Oudshoorn.
Wij hebben een grafboek waarin alle namen staan van allen die hier zijn bijgezet. Er zijn zelfs mensen uit Zuid Afrika uiteindelijk hier in deze grafkelder bijgezet omdat de familie naar Zuid Afrika geëmigreerd was. Er zijn hier 22 mensen bijgezet, 21 zijn vermeld in het grafboek, alleen de eerste niet. Dat is een heel triest verhaal eigenlijk, de enige zoon van Cornelis de Vlaming, Dirk de Vlaming van Oudshoorn, is op 18 jarige leeftijd overleden en als eerste bijgezet. Toen was er kennelijk geen grafboek, dus daar staat hij niet in.
In de protestantse kerken van de 17e eeuw mochten er geen orgels komen, want het orgel was een paaps instrument, een rooms-katholieke instrument. Deze kerk is als protestantse kerk gebouwd en dus mocht het geen orgel hebben. Als Cornelis nu zou komen kijken zou hij ongetwijfeld zeggen: “Hoera een orgel”!